Wanneer is een boom “kaprijp”?
Als het bos lange tijd wordt uitgedund zullen de resterende bomen steeds verder uit elkaar komen te staan. Dan komt er een moment dat er geen sprake meer is van onderlinge hinder. Wat is dan een logisch moment om zo’n vrijstaande boom te oogsten?
Het is een wetmatigheid dat een boom naarmate hij dikker wordt procentueel steeds minder bijgroeit. In de figuur is dat modelmatig weergegeven. In dit model groeit een boom die 20 cm dik is ongeveer 15% per jaar bij, een boom die 40 cm dik is nog maar 2%.
Dikke bomen gaan op een bepaald moment procentueel langzamer bijgroeien dan de rente die je bij een andere vorm van investering kan krijgen. Dat is het moment dat de boom, op financiële grond, “kaprijp” is. Hij heeft dan de financiële “doeldiameter” bereikt. Zo’n boom langer in het bos laten staan leidt tot inkomstenderving.
Na het oogsten van bomen met de doeldiameter ontstaat er weer licht en ruimte in het bos voor jonge bomen.
Of je die boom ook werkelijk gaat oogsten hangt af van de keuze die je maakt over hoeveel van de bomen en de bijgroei je wilt omzetten in financieel gewin en hoeveel ervan in de versterking van de natuur- en belevingswaarde van het bos.
Stap 4: Hoeveel hout kan ik oogsten en toch substantieel natuurwaarde behouden?